Huubke
Uranus
Het schatten van een veranderlijke ster is niet moeilijk. Alle begin is natuurlijk moeilijk maar mits een beetje oefening ben je daar snel mee weg. Hieronder volgen enkele tips die je kan volgen om een schatting tot een goed einde te brengen. Laat je vooral niet ontmoedigen als het je niet lukt van de eerste keer. De meeste waarnemers kunnen hun eerste deepsky object ook niet van de eerste keer vinden.
Wat heb je nodig?
Blote oog, verrekijker en/of telescoop
Om veranderlijke sterren waar te nemen heb je niet veel nodig. Zelfs zonder kijker kun je al een aantal interessante veranderlijke sterren zien. Bekende objecten voor het blote oog zijn Algol, Delta Cephei, Beta Lyrae en - als zij in het maximum is - Mira (Omicron Ceti). Met een gewone verrekijker, zoals een 7X50, kan je reeds tientallen veranderlijke sterren waarnemen. Telescoopbezitters dienen zich ook geen zorgen te maken, ieder type telescoop is goed om veranderlijke sterren waar te nemen. Het is wel van belang dat je je telescoop vlot en gemakkelijk kan bedienen, een log en onhandig instrument doet het enthousiasme snel afkoelen. Des te groter de telescoop des te zwakkere veranderlijken je kan volgen. Uiteraard is er voor ieder instrument een interessant waarnemingsprogramma op te stellen. Als je een klein instrument hebt dan kan je de zwakke veranderlijken niet volgen, maar met een groot instrument is het niet aangewezen om heldere veranderlijken te schatten. Gebruik dus steeds het kleinste instrument dat je ter beschikking hebt en waarmee je de veranderlijke comfortabel kan zien om de veranderlijke te schatten.
De zoeker of goto?
Het moeilijkste deel van het waarnemen van veranderlijke sterren is het opzoeken van de veranderlijke. Hier is wel wat volharding nodig! Een goede zoeker kan deze taak heel wat vergemakkelijken. Dat geldt uiteraard niet alleen voor het opzoeken van veranderlijke sterren maar ook voor het opzoeken van andere objecten. De standaard 6X24 zoekertjes kan je best vervangen door een 6X30 zoeker, of beter door een 8X50 zoeker.
Tegenwoordig zijn veel amateurs uitgerust met goto telescopen. Dit zal het zoeken naar een veranderlijke ster echter niet vergemakkelijken. Eens de telescoop naar een bepaalde plek aan de hemel is geslewd zal bijvoorbeeld een deepsky-object snel opvallen in het beeldveld. Een variabele is een ster en die moet je dan gaan zoeken tussen al die andere sterren. Als je een goto gebruikt moet je dan gaan zoeken naar herkenningspunten op je kaart die je kan terug vinden in je oculair. Soms kan dit snel gaan en soms niet. Geef de moed niet op en probeer anders met starhoppen naar de variabele te gaan.
Oculairen
Een variabelist gebruikt gewoonlijk 2 oculairen. Een eerste oculair zorgt voor een kleine vergroting om de veranderlijke op te zoeken en de heldere veranderlijken te schatten. Een tweede oculair zorgt voor een grotere vergroting om de zwakkere veranderlijken te schatten. Welke vergrotingen je best kiest hangt af van je telescoop en je eigen voorkeur. Er geldt slechts één regel, comfortabel kunnen waarnemen. Veel variabilisten schatten variabelen die helder zijn met hun zoeker.
Sterrenatlas
Om de veranderlijke in eerste instantie te kunnen lokaliseren heb je een atlas nodig. Hiervoor is bijvoorbeeld de AAVSO atlas en de Uranometria zeker geschikt. De Sky&Telescope's Pocket Sky Atlas is eveneens een goede atlas om variabelen mee op te zoeken. In de meeste atlassen staan de helderste variabelen aangeduid.
Uiteraard kan je ook je eigen kaarten maken m.b.v. een programma als Megastar en Guide. Let er wel op dat je de veranderlijke niet mag schatten aan de hand van de magnitudes gegeven door deze programma's. Hiervoor gebruik je de kaarten die je kan aanmaken via de website van de AAVSO. Hoe je deze kaarten aanmaakt kan je lezen in een andere sticky.
Het schatten van de helderheid
Eens je de veranderlijke gevonden hebt kan je de helderheid gaan schatten. Dit doe je aan de hand van twee vergelijksterren, één die een beetje zwakker is en één die een beetje helderder is dan de veranderlijke. Je kan best de sterren wat onscherp zetten. De helderheid vergelijken van schijfjes is gemakkelijker dan van puntjes. Zorg ervoor dat je bij het kiezen van de vergelijksterren het helderheidsverschil voldoende klein houdt. Wanneer het helderheidsverschil tussen de twee vergelijksterren te groot is dan zal je schatting onnauwkeurig worden. De regel is hier: hou het verschil kleiner dan 1 magnitude, tenzij er geen andere vergelijksterren beschikbaar zijn. Je hebt bijvoorbeeld twee vergelijksterren gevonden, één van magnitude 9.8 en één van magnitude 10.4. Je tracht nu het helderheidsverschil in je gedachten te verdelen in een gelijk aantal delen, in dit geval bijvoorbeeld in 6 delen. Je vergelijkt de veranderlijke met beide vergelijksterren. Indien de veranderlijke even helder is als een van de vergelijksterren, bijvoorbeeld die van magnitude 9.8, dan schat je de veranderlijke magnitude 9.8. Meestal zal de helderheid van de veranderlijke tussen de twee vergelijksterren in liggen. Als je merkt dat de veranderlijke een beetje zwakker is dan de ster van magnitude 9.8 en veel helderder dan die van magnitude 10.4, dan kan je dat bijvoorbeeld noteren als 9.8-1-V-5-10.4, waarbij V de helderheid van de veranderlijke is. Je schat de veranderlijke dan op magnitude 9.9. Indien je vindt dat de veranderlijke 2 delen zwakker is dan magnitude 9.8 en 4 delen helderder dan magnitude 10.4 dan schat je de ster op magnitude 10.0.
In de praktijk zal je na een tijdje deze methode gewoon in je hoofd toepassen zonder nog deze stappen op te schrijven. Je kan dan meestal gewoon zeggen welke helderheid de variabele heeft ten opzichte de vergelijksterren.
Bij het uitvoeren van je schattingen moet je wel op een aantal zaken letten. Als je je aan volgende eenvoudige regels houdt dan zal je nauwkeurige schattingen kunnen maken:
Neem steeds perifeer waar, dwz kijk een beetje naast de veranderlijke en de vergelijksterren.
Zorg er voor dat de denkbeeldige verbindingslijn tussen de vergelijkster en de veranderlijke steeds evenwijdig loopt met de verbindingslijn tussen je twee ogen. Draai eventueel je hoofd t.o.v. het oculair.
Zet de sterren onscherp zodat het kleine schijfjes worden. Het vergelijken de helderheid van schijfjes is gemakkelijker dan van puntjes. Let hierbij op dat de onscherpe veranderlijke en vergelijksterren niet samensmelten met andere sterren.
Tracht het licht van de vergelijkster en de veranderlijke afwisselend op dezelfde plaats van je netvlies te laten vallen om de helderheid te vergelijken.
Waarnemingsfrequenties
Er bestaan sterren die langzaam en min of meer voorspelbaar variëren als sterren die snelle en onvoorspelbare lichtwisselingen vertonen. Het spreekt voor zich dat sterren die langzaam variëren niet zo vaak moeten worden waargenomen als de onvoorspelbare types. De lijst hieronder geeft per type de waarnemingsfrequenties weer.
type frequentie
Mira (P>180 dagen) 7dagen
Mira (P<180 dagen) 4 dagen
Semi-regelmatigen 4 dagen
RV Tauri sterren 4 dagen
Dwergnovae dagelijks
Symbiotische sterren dagelijks
R CrB sterren dagelijks
Novae dagelijks
Supernovae dagelijks
Onregelmatigen dagelijks
Wat moet je noteren tijdens het waarnemen?
Om je waarnemingsrapport te kunnen maken moet je tijdens de waarnemingen voor iedere waarneming minimum volgende zaken noteren:
datum en tijd in UT, tot op de minuut nauwkeurig
naam van de veranderlijke
magnitude van de veranderlijke
gebruikte vergelijksterren
de gebruikte kaart (code op de kaart : zie sticky kaarten aanmaken)
eventuele opmerkingen
De waarnemingen rapporteren
Je kan twee dingen doen met je waarnemingen. Ofwel doe je er niks mee (en dat zou zonde zijn van je moeite) ofwel log je ze bij de werkgroep van je vereniging en de AAVSO. Zowel de VVS (Belgie) als de KNWVS (Nederland) hebben ieder een werkgroep Veranderlijke sterren. Wie lid wil worden van één van deze werkgroepen kan informatie inwinnen via hun websites. Op het astroforum hier zitten verschillende werkgroepleden tot wie men zich ook kan wenden. Iedereen kan ook zijn waarnemingen loggen bij de AAVSO en hoeft geen betalend lid te zijn van de AAVSO of een werkgroep. Hoe je lid van de AAVSO kan worden kan je vinden op de website van de AAVSO.
Waarom zou ik mijn waarnemingen loggen bij één van deze organisaties? Wel, dan ben je bezig met het verzamelen van data die door onderzoekers kan gebruikt worden in hun onderzoek naar het ontrafelen van de mysteries van veranderlijke sterren. Het is leuk om te weten dat je waarnemingen gebruikt worden.
Tot zover deze tips om het schatten van een variabele tot een goed einde te brengen. Als er toch nog vragen moesten zijn kan dat altijd gebeuren via het astroforum.
Wat heb je nodig?
Blote oog, verrekijker en/of telescoop
Om veranderlijke sterren waar te nemen heb je niet veel nodig. Zelfs zonder kijker kun je al een aantal interessante veranderlijke sterren zien. Bekende objecten voor het blote oog zijn Algol, Delta Cephei, Beta Lyrae en - als zij in het maximum is - Mira (Omicron Ceti). Met een gewone verrekijker, zoals een 7X50, kan je reeds tientallen veranderlijke sterren waarnemen. Telescoopbezitters dienen zich ook geen zorgen te maken, ieder type telescoop is goed om veranderlijke sterren waar te nemen. Het is wel van belang dat je je telescoop vlot en gemakkelijk kan bedienen, een log en onhandig instrument doet het enthousiasme snel afkoelen. Des te groter de telescoop des te zwakkere veranderlijken je kan volgen. Uiteraard is er voor ieder instrument een interessant waarnemingsprogramma op te stellen. Als je een klein instrument hebt dan kan je de zwakke veranderlijken niet volgen, maar met een groot instrument is het niet aangewezen om heldere veranderlijken te schatten. Gebruik dus steeds het kleinste instrument dat je ter beschikking hebt en waarmee je de veranderlijke comfortabel kan zien om de veranderlijke te schatten.
De zoeker of goto?
Het moeilijkste deel van het waarnemen van veranderlijke sterren is het opzoeken van de veranderlijke. Hier is wel wat volharding nodig! Een goede zoeker kan deze taak heel wat vergemakkelijken. Dat geldt uiteraard niet alleen voor het opzoeken van veranderlijke sterren maar ook voor het opzoeken van andere objecten. De standaard 6X24 zoekertjes kan je best vervangen door een 6X30 zoeker, of beter door een 8X50 zoeker.
Tegenwoordig zijn veel amateurs uitgerust met goto telescopen. Dit zal het zoeken naar een veranderlijke ster echter niet vergemakkelijken. Eens de telescoop naar een bepaalde plek aan de hemel is geslewd zal bijvoorbeeld een deepsky-object snel opvallen in het beeldveld. Een variabele is een ster en die moet je dan gaan zoeken tussen al die andere sterren. Als je een goto gebruikt moet je dan gaan zoeken naar herkenningspunten op je kaart die je kan terug vinden in je oculair. Soms kan dit snel gaan en soms niet. Geef de moed niet op en probeer anders met starhoppen naar de variabele te gaan.
Oculairen
Een variabelist gebruikt gewoonlijk 2 oculairen. Een eerste oculair zorgt voor een kleine vergroting om de veranderlijke op te zoeken en de heldere veranderlijken te schatten. Een tweede oculair zorgt voor een grotere vergroting om de zwakkere veranderlijken te schatten. Welke vergrotingen je best kiest hangt af van je telescoop en je eigen voorkeur. Er geldt slechts één regel, comfortabel kunnen waarnemen. Veel variabilisten schatten variabelen die helder zijn met hun zoeker.
Sterrenatlas
Om de veranderlijke in eerste instantie te kunnen lokaliseren heb je een atlas nodig. Hiervoor is bijvoorbeeld de AAVSO atlas en de Uranometria zeker geschikt. De Sky&Telescope's Pocket Sky Atlas is eveneens een goede atlas om variabelen mee op te zoeken. In de meeste atlassen staan de helderste variabelen aangeduid.
Uiteraard kan je ook je eigen kaarten maken m.b.v. een programma als Megastar en Guide. Let er wel op dat je de veranderlijke niet mag schatten aan de hand van de magnitudes gegeven door deze programma's. Hiervoor gebruik je de kaarten die je kan aanmaken via de website van de AAVSO. Hoe je deze kaarten aanmaakt kan je lezen in een andere sticky.
Het schatten van de helderheid
Eens je de veranderlijke gevonden hebt kan je de helderheid gaan schatten. Dit doe je aan de hand van twee vergelijksterren, één die een beetje zwakker is en één die een beetje helderder is dan de veranderlijke. Je kan best de sterren wat onscherp zetten. De helderheid vergelijken van schijfjes is gemakkelijker dan van puntjes. Zorg ervoor dat je bij het kiezen van de vergelijksterren het helderheidsverschil voldoende klein houdt. Wanneer het helderheidsverschil tussen de twee vergelijksterren te groot is dan zal je schatting onnauwkeurig worden. De regel is hier: hou het verschil kleiner dan 1 magnitude, tenzij er geen andere vergelijksterren beschikbaar zijn. Je hebt bijvoorbeeld twee vergelijksterren gevonden, één van magnitude 9.8 en één van magnitude 10.4. Je tracht nu het helderheidsverschil in je gedachten te verdelen in een gelijk aantal delen, in dit geval bijvoorbeeld in 6 delen. Je vergelijkt de veranderlijke met beide vergelijksterren. Indien de veranderlijke even helder is als een van de vergelijksterren, bijvoorbeeld die van magnitude 9.8, dan schat je de veranderlijke magnitude 9.8. Meestal zal de helderheid van de veranderlijke tussen de twee vergelijksterren in liggen. Als je merkt dat de veranderlijke een beetje zwakker is dan de ster van magnitude 9.8 en veel helderder dan die van magnitude 10.4, dan kan je dat bijvoorbeeld noteren als 9.8-1-V-5-10.4, waarbij V de helderheid van de veranderlijke is. Je schat de veranderlijke dan op magnitude 9.9. Indien je vindt dat de veranderlijke 2 delen zwakker is dan magnitude 9.8 en 4 delen helderder dan magnitude 10.4 dan schat je de ster op magnitude 10.0.
In de praktijk zal je na een tijdje deze methode gewoon in je hoofd toepassen zonder nog deze stappen op te schrijven. Je kan dan meestal gewoon zeggen welke helderheid de variabele heeft ten opzichte de vergelijksterren.
Bij het uitvoeren van je schattingen moet je wel op een aantal zaken letten. Als je je aan volgende eenvoudige regels houdt dan zal je nauwkeurige schattingen kunnen maken:
Neem steeds perifeer waar, dwz kijk een beetje naast de veranderlijke en de vergelijksterren.
Zorg er voor dat de denkbeeldige verbindingslijn tussen de vergelijkster en de veranderlijke steeds evenwijdig loopt met de verbindingslijn tussen je twee ogen. Draai eventueel je hoofd t.o.v. het oculair.
Zet de sterren onscherp zodat het kleine schijfjes worden. Het vergelijken de helderheid van schijfjes is gemakkelijker dan van puntjes. Let hierbij op dat de onscherpe veranderlijke en vergelijksterren niet samensmelten met andere sterren.
Tracht het licht van de vergelijkster en de veranderlijke afwisselend op dezelfde plaats van je netvlies te laten vallen om de helderheid te vergelijken.
Waarnemingsfrequenties
Er bestaan sterren die langzaam en min of meer voorspelbaar variëren als sterren die snelle en onvoorspelbare lichtwisselingen vertonen. Het spreekt voor zich dat sterren die langzaam variëren niet zo vaak moeten worden waargenomen als de onvoorspelbare types. De lijst hieronder geeft per type de waarnemingsfrequenties weer.
type frequentie
Mira (P>180 dagen) 7dagen
Mira (P<180 dagen) 4 dagen
Semi-regelmatigen 4 dagen
RV Tauri sterren 4 dagen
Dwergnovae dagelijks
Symbiotische sterren dagelijks
R CrB sterren dagelijks
Novae dagelijks
Supernovae dagelijks
Onregelmatigen dagelijks
Wat moet je noteren tijdens het waarnemen?
Om je waarnemingsrapport te kunnen maken moet je tijdens de waarnemingen voor iedere waarneming minimum volgende zaken noteren:
datum en tijd in UT, tot op de minuut nauwkeurig
naam van de veranderlijke
magnitude van de veranderlijke
gebruikte vergelijksterren
de gebruikte kaart (code op de kaart : zie sticky kaarten aanmaken)
eventuele opmerkingen
De waarnemingen rapporteren
Je kan twee dingen doen met je waarnemingen. Ofwel doe je er niks mee (en dat zou zonde zijn van je moeite) ofwel log je ze bij de werkgroep van je vereniging en de AAVSO. Zowel de VVS (Belgie) als de KNWVS (Nederland) hebben ieder een werkgroep Veranderlijke sterren. Wie lid wil worden van één van deze werkgroepen kan informatie inwinnen via hun websites. Op het astroforum hier zitten verschillende werkgroepleden tot wie men zich ook kan wenden. Iedereen kan ook zijn waarnemingen loggen bij de AAVSO en hoeft geen betalend lid te zijn van de AAVSO of een werkgroep. Hoe je lid van de AAVSO kan worden kan je vinden op de website van de AAVSO.
Waarom zou ik mijn waarnemingen loggen bij één van deze organisaties? Wel, dan ben je bezig met het verzamelen van data die door onderzoekers kan gebruikt worden in hun onderzoek naar het ontrafelen van de mysteries van veranderlijke sterren. Het is leuk om te weten dat je waarnemingen gebruikt worden.
Tot zover deze tips om het schatten van een variabele tot een goed einde te brengen. Als er toch nog vragen moesten zijn kan dat altijd gebeuren via het astroforum.
Laatst bewerkt door een moderator: